Het is vandaag een
zwarte dag. Mijn grootste idool is overleden. Ik heb nooit idolen
gehad, Hazes was eigenlijk de enige. Van jongs af aan was ik zijn
grootste fan. Zijn eerste nummer, "Een beetje verliefd",
hoorde ik ergens in een disco. Toen ik bij FC Utrecht speelde ben
ik met Wim van Hanegem naar een concert geweest en mocht zijn kleedkamer
in. Ik heb hem toen een hand gegeven en met hem gesproken. Sindsdien
heb ik zo'n beetje geen concert meer overgeslagen, ik heb hem zeker
een keer of dertig op zien treden. En in de 'kleine uurtjes' heb
ik zeker wel honderd keer met hem meegezongen, want daarvoor was
zijn muziek ideaal.
Bij mijn afscheid kreeg ik van de jeugdafdeling 4 kaarten voor
de Arena en in de auto draaide ik vaak zijn cd's, hij was misschien
wel een onderdeel van leven geworden. Overal waar ik gespeeld heb,
waren ze gek van André Hazes. Ik weet dat heel veel voetballers
van zijn muziek hielden.
Nu zit ik bij de televisie, weer naar een concert te kijken. Alleen
kan ik dit keer niet meezingen, er zit een brok in mijn keel. Het
is net als bij Pim Fortuyn, ook zo'n volksheld die onverwacht gaat
en waar heel Nederland van op zijn kop staat.
Het heeft helemaal niets met voetballen te maken, maar sommige
dingen moet je gewoon even kwijt. Over twintig jaar zullen we nog
altijd zijn liedjes zingen als er een feestje te vieren valt. En
misschien dit jaar ook nog wel bij op ons op de club, als er wat
te vieren is:
"Zeg mij waarom", "Geef mij je angst", "Het
rode licht", "De vlieger". Zeg maar niets meer…
Marco Boogers (23/09/2004)
|