KORBACH REKENT ZICH NA GOEDE REEKS NOG LANG NIET RIJK
Trots meldde voorzitter Jan Smit van Heracles na de schamele 2-2 tegen Dordrecht’90 dat zijn ploeg alweer vijf wedstrijden ongeslagen is. Een voorzittershand is snel gevuld. Hij heeft gelijk, maar vraag niet hoe Heracles deze positieve reeks gerealiseerd heeft.
Hoofdcoach Fritz Korbach en zijn aanvoerder René Kolmschot blijven wat beter bij de weg. ‘We zitten in de gelukkige hoek’, realiseerde Korbach zich maar al te goed. ‘We hebben weinig zelfvertrouwen’, wist Kolmschot. Hij en Korbach weten dat Heracles de laatste tijd niet best voetbalt en dat de punten die zo links en rechts worden opgestreken, met kunst en vliegwerk behaald zijn. Neem de wedstrijd van afgelopen zaterdag in Oss tegen TOP, toen de thuisclub meer kansen kreeg, maar Heracles met 2-1 won. En neem de wedstrijd van gisteravond tegen het laaggeklasseerde Dordrecht, waarin de Almeloërs twee keer een onnodige achterstand moesten wegwerken. ‘Ik ben dan ook tevreden met die vier punten’, zei Korbach om vervolgens met een nieuwe spreuk te lanceren in de richting van de Almelose optimististen die van dit Heracles veel meer verwachten dan het kan. ‘Iedereen kijkt ons aan alsof we in een spookhuis rijk kunnen worden.’
Korbachiaans taalgebruik, goed gevonden door de geestelijke vader van dit soort gezegdes. Hij wil ermee aangeven dat dit Heracles te weinig kwaliteit heeft voor een toppositie in de eerste divisie. Maar welke doelstelling is dan wel reëel voor de club? ‘We moeten voor de zesde, zevende plek gaan om op die manier weer in de nacompetitie terecht te komen’, vindt Korbach. ‘We doen het net net als vorig jaar. Gewoon zandzakken voor de deur. Dan gaat het lukken, daar ben ik van overtuigd.’
René Kolmschot is het helemaal met Korbach eens. ‘Ons spel is niet best. Een kampioenschap is voor ons niet weggelegd, maar we kunnen wel zesde worden. Waarom niet? De clubs die om ons heen staan in de middenmoot zijn net zo wisselvallig als wij. Laten we daarin gaan geloven’, zegt de aanvoerder, die gisteravond wat meer positieve fases had gezien. ‘Toen we 1-1 maakten,hebben we de wedstrijd bij vlagen goed gecontroleerd, maar we scoorden niet. Dat heeft met zelfvertrouwen te maken.’
Een van de grootste euvels van Heracles is het veelvuldige balverlies. De middenvelders Dennis te Braak, Mark Looms en Marnix Smit hebben er last vast, maar ook spelers als Lennart Speijer en Kare Becker. En wat wil dan het bizarre geval. Becker maakt 1-1 uit een pass van Speijer en spits Rik Platvoet neemt de tweede gelijkmaker voor zijn rekening uit een fraaie dieptepass van Te Braak. De remise was meer dan terecht, want de Almeloërs creëerden meer kansen, dat wil zeggen Platvoet zelf en Robert Demirel, de beste man van het veld, die tegenwoordig als aanvallende middenvelder fungeert om vanuit die positie de tegenstanders gek te maken met zijn dribbels. Het wachten is op de momenten waarop hij zich na twee of drie gepasseerden, gaat oprichten om te kijken wie er vrijstaat. Kwestie van tijd.