Virgil Breetveld nam tegen RBC zijn wekelijkse doelpuntje mee. Vervolgens stokte evenwel de produktie bij Dordrecht'90.
EEN HALVE UITGLIJDER
In Roosendaal werd nog maar eens duidelijk, dat de weg voor Dordrecht'90 naar het kampioenschap in de eerste divisie bitter lang is. Opnieuw lukte het niet om in een uitwedstrijd de winst veilig te stellen en na nederlagen tegen Fortuna Sittard, De Graafschap, NEC en Emmen was het bereikte 1-1 gelijkspel tegen RBC de vijfde uitwedstrijd op rij, waarin geen zege werd geboekt.
Hoewel de omstandigheden zaterdagavond bij RBC bijzonder slecht waren, heeft Dordrecht'90 kansen genoeg gehad om de wedstrijd naar zijn hand te zetten. Zeker in de eerste helft had de score verder opgevoerd moeten worden dan de 0-1, die nu in de eerste 45 minuten werd bereikt.
De formatie van Nico van Zoghel speelde immers die periode constant op de helft van de thuisclub, die slechts met een sporadische counter voor enig tegengewicht kon zorgen.
In dat geval kon Dordrecht'90 evenwel steunen op doelman Frank Ensink, die een uiterst betrouwbare indruk maakte op de momenten dat het erop aankwam.
Na de rust keerde Ensink evenwel niet onder de lat terug. De van Go Ahead Eagles gehuurde doelman had pal na de openingstreffer van Virgil Breetveld de bal van de voeten van John Mutsaers geplukt, waarna de RBC'er onbesuisd doorging, de zwak leidende scheidsrechter IJkhout had in dat deel van de wedstrijd veel preventiever tegen de hakkende spelers van RBC moeten optreden, en daarbij het hoofd van de Dordtse sluitpost vol raakte.
"In de rust bleek Ensink zich hele stukken van de eerste helft niet te herinneren. Hij wist niet wat voor dag of wat voor maand het was, zodat het niet verstandig was om met hem door te gaan", concludeerde Nico van Zoghel, die overigens niet verwachtte dat Ensink langdurige gevolgen van de trap zou ondervinden. "De eerste indruk van de dokter was dat Ensink geen hersenschudding heeft. Hij was alleen even van de kaart, maar we wilden verder toch geen risico's nemen."
Zo mocht de gepasseerde doelman Ricardo de Jongh alsnog in het doel plaats nemen en het zal wel altijd een vraagteken blijven of het daar nu aan lag, maar in elk geval was het wel zo, dat Dordrecht'90 nooit meer het niveau van de eerste helft haalde.
Er ging in de tweede helft totaal geen rust meer uit van de defensie. Zo zorgde een misverstand tussen Wouden en De Jongh al snel voor een hachelijke situatie op de rand van het zestienmetergebied en een verkeerde timing van De Jongh bij het uitkomen zorgde eveneens voor paniek bij de Dordtenaren.
Daar stond tegenover, dat Michel Langerak en Jerry Simons Dordrecht'90 pal na de hervatting gewoon in veilige haven hadden kunnen schieten, maar dit achterwege lieten. Daarmee hielden zij de hoop in de harten van RBC levend.
"Dan is het wachten op een foutje en is het gebeurd", weet Nico van Zoghel als geen ander Het foutje kwam op het conto van Romeo Wouden, die zijn handen meer dan vol had aan de uiteraard voor honderd procent gemotiveerde Jimmy Simons. Het jongere broertje van Jerry kon langs Wouden glippen en bediende vervolgens Mutsaers op maat: 1-1.
Nadat Maarten Atmodikoro voor Dordrecht'90 rakelings had naast geschoten, haalde Van Zoghel Wouden naar de kant voor Eric van de Merwe. "Een gelijkspel bij RBC beschouw ik als een puur verliespunt. Ik moest dus wel wat doen. Wouden deed het niet goed tegen Simons en met Van de Merwe als linksbuiten en Atmodikoro op zijn oude stek van linksachter hoopte ik nog de nodige oorlog te kunnen maken."
Omdat teveel spelers te ver waren teruggezakt, Michel Langerak had in de eerste helft wellicht te veel werk moeten verrichten en was na de rust net als de al weken uit vorm zijnde Jerry Simons nagenoeg onzichtbaar, zat een slotoffensief er evenwel niet meer in.
Hoewel Nico van Zoghel na afloop wel degelijk de tekortkomingen, hij hekelde vooral de instelling in de tweede helft, van zijn elftal na de rust inzag, gaf hij ook de omstandigheden, waarin de wedstrijd tussen RBC en Dordrecht'90 gespeeld moest worden, de schuld van het toch niet ingecalculeerde puntverlies in Roosendaal.
"Ik heb het dit seizoen al een keer eerder gezegd, maar ik blijf er nog steeds bij dat wedstrijden onder deze omstandigheden niet gespeeld moeten worden. Het veld vraagt zoveel aanpassingen van de spelers, dat er van een faire wedstrijd geen sprake meer kan zijn.
Je ziet het hier gebeuren, je ziet het in Eindhoven gebeuren, waar AZ een punt laat liggen, en je zag het ook vrijdagavond in Maastricht. Je krijgt wedstrijden, waarin alles mogelijk is en je krijgt dan ook geen normale uitslagen. Ik vraag me af wie daarbij gediend is. Het publiek toch ook niet, dat dit soort wedstrijden toch liever op een behaaglijker doordeweekse avond ingehaald ziet worden. Het praatje van de KNVB, dat er geen inhaaldagen meer voorradig zijn, gaat voor de eerste divisie natuurlijk niet op. Voor het programma van de eredivisie kan ik nog enigszins begrip opbrengen, maar ook daar zet ik met de trips, die de grote clubs maken, vraagtekens bij.
In de eerste divisie zijn echter nog zat inhaaldagen voorradig en de KNVB doet er dan ook niemand een plezier mee om deze wedstrijden persé door te laten gaan."