NIEUWS |
'Van mijn negentiende tot mijn 36ste heb ik betaald voetbal gespeeld en heel wat clubs gesleten', zegt Marco Boogers. 'Maar aan al die verenigingen denk ik met genoegen terug. Doordat ik er zoveel plezier heb beleefd. Heerlijke trainers meegemaakt als Simon Kistemaker, Han Berger en Bert Jacobs. Ik heb nergens spijt van. Al ben ik niet de eerste die dit zegt, de cirkel is rond. Aan de Dordtse Krommedijk is het voor mij 24 jaar geleden begonnen en vandaag de dag zet ik mij voor dezelfde club weer in. Al zes jaar ben ik technisch manager bij FC Dordrecht. Mijn contract loopt nog vier seizoenen door'. Als voetballer heeft hij er geen enkele moeite mee zijn geboorteplaats te verlaten. De avonturier doorkruist Nederland van noord (FC Groningen) tot zuid (Fortuna Sittard), terwijl hij bovendien voor FC Utrecht, RKC, Sparta en FC Volendam doelpunten maakt. In zijn beste tijd – halverwege de jaren negentig staan buitenlandse clubs voor hem in de rij – tekent hij een driejarig contract bij West Ham United. Maar voor de club uit Oost-Londen staat hij in de Premier League slechts 83 minuten op het veld, verdeeld over vier wedstrijden, waarop een zware knieblessure er debet aan is dat hij daarna niet meer op Upton Park terugkeert.
Een jaar later vertrekt Boogers alsnog uit Utrecht. Het wordt RKC. 'En denk nu niet dat ik in mijn loopbaan louter goede trainers heb meegemaakt. Welnee, er zaten beslist ook een paar mindere tussen. Maar in Waalwijk kreeg ik wéér te maken met een kanjer. Bert Jacobs. Wat een man! Wat een artiest! Wat een levensgenieter! Wat een humor! Wij gingen eens in Harderwijk in trainingskamp. De selectie ging er met de bus heen, maar ik mocht met de auto komen. Jacobs verbood om 's avonds te gaan stappen. Maar de meeste spelers dachten daar toch anders over. Met een groepje jongens ging ik naar het parkeerterrein voor het hotel om met mijn wagen de stad in te gaan. Zat Jacobs met nóg een paar mensen van RKC vlak voor mijn auto, bijna tegen de bumper aan, te kaarten. Aan een tafeltje dat-ie zelf uit het hotel had gesleept, met een bloemetje erop. Toen hij ons zag aankomen kreeg hij een brede grijns op zijn gezicht. Ik terug naar mijn kamer waar Alfred Schreuder mijn slaapje was. Ook hij was met de auto, doordat hij vlak in de buurt van Harderwijk woonde. Ik zei: Alfred, mag ik je autosleuteltjes een avondje lenen? “Natuurlijk”, lachte hij. Gelukkig stond zijn wagen niet in de buurt van de mijne geparkeerd. Dus wij ontsnapten. Stáppen, jovele avond gehad. Later heb ik alles aan Bert Jacobs opgebiecht. Hij lachte zich rot en zei: “Ja, een beetje spits is niet voor één gat te vangen.” Goed, hè?' “Een onvoorstelbaar leuke, gezellige vereniging was RKC trouwens. Alleen, die accommodatie hè. Het heette officieel Sportpark Olympia. Klonk mooi. Maar op het veld wilde je je hond nog niet loslaten. En ook niet op de tribune, want dan liep je het risico dat het krakkemikkige houten kreng onder de vier poten instortte. De club was ook nogal klein behuisd. Ik heb meegemaakt dat het grote Ajax naar Waalwijk kwam. Moesten de heren Aron Winter, Bryan Roy en Dennis Bergkamp voor hun kleedkamer wachten, tot het vierde elftal van RKC zich er verkleed had. Maar wij hadden een leuk elftal waarin bijvoorbeeld Marcel Brands een belangrijke rol speelde. Ik weet ook nog dat wij een heel jonge linksbuiten kregen. Hij deed zijn mond bijna niet open, was bleu, maar zag het spelletje heel goed. Dat was Giovanni van Bronckhorst, die door Feyenoord aan RKC was uitgeleend.' Na één jaar Waalwijk kiest Boogers voor Fortuna Sittard. Waarom? 'Omdat mijn vriend Han Berger er trainer was geworden. Hij wilde mij erbij hebben. Zijn assistent was trouwens ook een erg aardige kerel. Cooky Voorn, die nu met Bert van Marwijk bij Oranje zit. Maar toen Berger in Limburg werd ontslagen, raakte voor mij de lol eraf. Ben ik weer teruggegaan naar RKC, om weer plezier in het voetbal te krijgen.' De Dordtenaar met een grote mond en een klein hartje krijgt het opnieuw uitstekend naar zijn zin in Brabant. 'Maar op een dag werd ik gebeld door Nol Hendriks, de suikeroom van Roda JC. Hij zei: “Ik heb jou voor acht ton gekocht, je kunt je in Kerkrade melden bij onze trainer Huub Stevens”. Ik was stomverbaasd, wist van niets. Ogenblikkelijk belde ik RKC's sponsor Ben Mandemakers: Wat hoor ik nou? Ben ik verdorie achter mijn rug om verkocht aan Roda? “Dat klopt”, antwoorde Mandemakers, “het geld is al binnen en die centjes hebben we heel hard nodig”. Heb ik meneer Mandemakers even duidelijk gemaakt dat ik niet wéér naar Limburg wilde. Heeft hij keurig opgelost. Contact opgenomen met Hendriks, hem verteld dat ik niets voor een transfer naar Roda voelde en die acht ton terug laten storten. Maar RKC had dringend geld nodig. Nu was Mandemakers in die tijd eveneens sponsor van Sparta. En wie was daar trainer geworden? Jawel, Han Berger. Het kwam snel voor elkaar. Voor 1,4 miljoen gulden werd ik Kasteelheer. Berger blij, ik blij en Mandemakers ook, die tegen mij lachte: “Als je eens een keukentje nodig hebt, bel mij maar”. Ik heb nu dus thuis in Dordrecht een mooie Mandemakers-keuken'.
Het zit Boogers in Engeland evenwel niet mee. Na al te zijn ingevallen tegen Leeds United, krijgt hij van coach Harry Redknapp in zijn tweede wedstrijd eveneens een invalbeurt. Op Old Trafford tegen het grote Manchester United. Amper op het veld, na negentig seconden, maakt Boogers een ogenschijnlijk meedogenloze sliding op Gary Neville. Hij krijgt meteen de rode kaart. Het boulevardblad The Sun spreekt de volgende dag van een horrer-tackle. Boogers legt vijftien jaar later uit: 'Het was een nat veld. Ik wás te laat met mijn sliding, dat wel, en gleed door. Maar al leek het een erg pittige overtreding, Neville kon de wedstrijd uitspelen. Maar mooi dat ik voor vijf duels werd geschorst. Was ik lekker mee. Heb je zulke hoge verwachtingen in Londen, gebeurde er dát...' Als Boogers tandenknarsend zijn schorsing heeft uitgezeten, gunt Redknapp hem als wisselspeler nieuwe speelminuten. Tegen Aston Villa en de week erop tegen Blackburn Rovers, wat later zijn laatste optreden als Hammer zal blijken te zijn. 'Ik was heilig van plan mij bij West Ham waar te maken', kijkt de aanvaller nu op zijn Engelse avontuur terug. 'Maar ik ging met mijn knie tobben, de pijn werd steeds erger. Er werd een scan gemaakt. Half december 1995 kwam ik 's ochtends op de club en hoorde ik dat ik 's middags zou worden geopereerd. Nu moest in die tijd mijn vrouw bevallen. Dat wilde ze hoe dan ook in Nederland laten gebeuren. Dus zij naar huis. Met toestemming van Redknapp mocht deze lopende patiënt daarna óók naar Nederland om bij de bevalling aanwezig te zijn. En om er te revalideren. Alleen verschenen in de Engelse rioolpers daarop berichten dat de club niet zou weten waar ik zat, dat ik zoek was. Gelul, West Ham wist precies hoe het zat. En ik vond het ook goed dat ik bij FC Groningen weer op krachten zou komen'. Maar hij blijft kampen met knieproblemen. Wéér ondergaat hij een operatie, door een specialist op dat gebied, chirurg Rien Heijboer. Peter Fontijne, momenteel clubarts van FC Dordrecht, is ook bij de ingreep aanwezig. “Toen ik uit mijn verdoving bijkwam, vertelde Heijboer mij dat ik nooit meer op topniveau zou kunnen voetballen. Of ik een klap in mijn gezicht kreeg. Mijn wereld stort in, dacht ik.' Maar karaktervoetballer Boogers legt zich niet bij de diagnose neer. Hij werkt ruim een jaar keihard aan zijn herstel. Revalideert dagelijks in het KNVB Sportcentrum in Zeist. En al laat West Ham United hem fijntjes weten dat hij niet naar Londen hoeft terug te keren – Redknapp heeft inmiddels een andere spits gekocht – Boogers voelt zich op een gegeven moment weer fit genoeg om aan de slag te gaan. RKC trekt aan de bel. Bert Jacobs blijkt nog het volste vertrouwen in hem te hebben. En doordat Boogers een zwak voor de trainer en de club heeft, trekt hij voor de derde keer in zijn loopbaan naar Waalwijk. 'Ik was er amper, of Jacobs belde mij op: “Je speelt zondag mee tegen PSV, belangrijke competitiewedstrijd voor ons”. Ik stond perplex: Meneer Jacobs, bent u soms vergeten dat ik zeventien maanden niet meer heb gevoetbald? “Dat moet voor jou toch geen probleem zijn?”, antwoordde hij. Het ging die zondag tegen PSV met mij nog best aardig ook, al verloren wij wel'. Na dat seizoen tekent hij voor FC Volendam. 'Ging het op een gegeven moment ineens weer heel lekker met mij en begon ik zelfs te denken: Het zit wel weer snor met die knie. Leuke club trouwens daar aan De Dijk.' maar degratie kan ook hij niet voorkomen. Na elf seizoenen op het hoogste niveau te hebben gespeeld, begint Boogers langzaam te beseffen dat hij waarschijnlijk nooit meer de ontstuimige spits van weleer zal worden.
'Het is ook nooit meer goed gekomen met die knie', verzucht de huidige bewoner van een fraaie villa in de Dordtse wijk Dubbeldam. 'Ik denk dat Rien Heijboer achteraf gezien gelijk heeft gekregen. Joggen, hardlopen, tenissen: ik kan het niet meer. Toch hoor je mij niet klagen. Welnee, zo zit ik niet in elkaar. Ik denk alleen maar: Wat heb ik aan het voetbal toch veel plezier beleefd. Wáár ik ook speelde, in die jaren bleven alle voetballers na afloop nog lang bij de club hangen. Ik ben geen jongen van grote feesten, gala's en zo, maar om na de wedstrijd met z'n allen te eten en een biertje te pakken, die gezelligheid: héérlijk. Wat dat betreft is er in de voetballerij veel veranderd. Al is FC Dordrecht nog zo'n leuke club, na de wedstrijd zijn de meeste spelers meteen verdwenen. Jammer.'
|
|