mARCEL VAN DER SLOOT SPEELT HET LIEFST OP 'NUMMER 10' 28/02/2008
Om meer speelminuten te krijgen verkaste Marcel
van der Sloot in de winterstop van De Graafschap naar FC Dordrecht. Over
de afgelopen drie maanden is de begaafde technicus niet ontevreden, al sukkelde
de 27-jarige de laatste weken met zijn linkerknie. ,,Ik wil vooral speelminuten
en plezier hebben.’’ Je
kampt momenteel met knieproblemen. Wat mankeert er precies aan?
Marcel van der Sloot: ,,In een vriendschappelijke wedstrijd tegen Dynamo
Moskou (op 4 maart jongstleden, JDV) heb ik in de slotfase tijdens een
duel de bandjes in mijn linkerknie wat verrekt. Het leek niet heel ernstig,
maar ik ben er nu toch al weer een paar weken uit. Afgelopen vrijdag tegen
RBC Roosendaal was ik alleen fit genoeg voor een invalbeurt van een minuut
of twintig. Of ik tegen Helmond Sport weer kan spelen, is nog maar de
vraag, want tijdens de woensdagtraining ging ik er weer doorheen. Al met
al vind ik het maar lang duren.’’
Vallen de prestaties van FC Dordrecht jou
dit jaar ook zo tegen?
MvdS: ,,Het is niet wat ik er van tevoren van had verwacht. Het lukt ons
maar niet om dominant voetbal te combineren met de soberheid die soms
nodig is om een wedstrijd winnend af te sluiten. Op dat vlak is voor FC
Dordrecht nog veel winst te boeken. Buiten het veld heeft de club alle
voorwaarden gecreëerd om tot goede resultaten te komen. Nu moeten
we het op het veld nog laten zien. Want al zijn de resultaten de laatste
weken wel goed, goed spelen doe we nog steeds niet. Het halen van de play-offs
leeft wel binnen de groep, het vertrouwen dat we het alsnog gaan redden
is zeker aanwezig.’’
Marcel van der Sloot en Nick van der Velden
kunnen niet samen in één team spelen. Hoe denk jij daar
over?
MvdS: ,,Ik hoor dat ook regelmatig om me heen, maar ik vind dat onzin.
Natuurlijk kunnen wij samen in één team functioneren, al
zijn we wel dezelfde type spelers. Ik besef natuurlijk ook wel dat de
samenwerking tot nu toe niet zo is verlopen als verwacht.’’
Speel je volgend seizoen ’gewoon’
nog bij FC Dordrecht?
MvdS: ,,Een langer verblijf bij FC Dordrecht is zeker een optie. Al kan
ik nog niets zeggen over volgend seizoen. Feit is dat ik nog twee jaar
onder contract sta in Doetinchem, dus ik zal straks eerst met De Graafschap
om de tafel gaan. Tot nu toe is het daar nog niet van gekomen. Belangrijk
voor mij is dat ik bij een club terechtkom waar ik altijd speel. Pas dan
is het leuk, ik wil vooral plezier hebben. Ik vind dat een speler van
mijn leeftijd niet op de bank moet gaan zitten, al is het bij een eredivisieclub.
Ik zie dat in elk geval niet zitten, dan kun je beter bepalend en belangrijk
zijn in de eerste divisie. Ik word ook behoorlijk chagrijnig van een rol
als reserve, al zal ik dat niet zo snel laten merken. Zo zit ik niet in
elkaar. Het trainen bij De Graafschap was overigens geen straf, want ook
dan leer je genoeg. Zeker op tactisch gebied is het verschil tussen de
eredivisie en de Jupiler League levensgroot.’’
Hoort een speler van jouw kaliber wel aan
de linkerkant?
MvdS: ,,Tijdens het gesprek dat ik voor de winterstop met FC Dordrecht
had, is besproken dat ik vooral als linkermiddenvelder zou worden ingezet.
Nu kan ik daar ook wel spelen, maar ik zie mezelf toch als een echte ’nummer
10’. Het liefst speel ik met twee controlerende middenvelders achter
me. Dan kom ik tot waar ik goed in ben: met steekpasses de spitsen aan
het werk zetten en zelf voor de goal komen. Als linkermiddenvelder is
de afstand met de spitsen en naar het doel groter. Ook wordt er verdedigend
meer gevraagd, maar ik sta niet bekend als een echte balafpakker. Ik denk
dat ik op ’10’ van veel meer waarde ben voor het elftal, de
invalbeurt tegen RBC is daar een voorbeeld van. Al begrijp ik dat de trainer
mij op basis van één goede invalbeurt niet meteen op die
plek neerzet.’’
Roosendaal of Gouda?
MvdS: ,,Ik heb altijd gezegd dat ik nooit ergens anders zou gaan wonen
dan in mijn geboortestad Gouda, maar sinds twee jaar woon ik samen met
met vriendin Angela in Roosendaal. Ik had er al eerder gewoond, in mijn
RBC-tijd. Het bevalt me uitstekend, de mensen zijn er net wat vriendelijker
en de sfeer is gemoedelijker dan ik gewend was. Ik heb nu bijvoorbeeld
een uitstekend contact met mijn buren, in Gouda bleef dat beperkt tot
een zuinig hallo.’’
Bron: AD/De Dordtenaar
Tekst: Jan-Dirk Verhey
|