NIEUWS |
FC DORDRECHT OP CURACAO: AANDACHT VOOR HET GOEDE DOEL FC Dordrecht tankte na een succesvol, maar zwaar seizoen bij op Curaçao. Verslaggever JOHN KRAIJENBRINK reisde mee. Vandaag zijn zevende en laatste bijdrage. Te otro biaha, tot ziens Curaçao. Niet alleen de spelers, maar ook de Dordtse zakenman Theo Singerling genoot volop van de trip van FC Dordrecht naar Curçao. Immers, de strijd om de Polar UTS Cup is zijn kindje. Eigenhandig opgezet, om het eiland waar hij zo verliefd op is iets te geven. Moest Curaçao de vorige drie edities nog een beetje wennen aan ’topvoetbal’, dit jaar hebben de Antillianen de weg naar het Ergillio Hato Stadion gevonden, getuige de achtduizend toeschouwers op de eerste en de negenduizend op de tweede speeldag. ,,Het product groeit,’’ stelt Singerling tevreden vast. ,,Net als de organisatie.’’ Niet alleen over de publieke belangstelling, maar ook over het voetbal is de levensgenieter meer dan te spreken. ,,De strijd om de derde en vierde plaats, tussen FC Dordrecht en het lokale CSD Barber, vond ik qua publiekswaarde het leukste duel. Het enthousiasme waarmee Barber speelde en de drive om te winnen, was geweldig. De finale viel wat tegen. Dat was een tactische wedstrijd, die ontsierd werd door twee rode kaarten voor FC Utrecht. Als Dordtenaar had ik alleen het liefst gezien dat FC Dordrecht het toernooi zou hebben gewonnen.’’ De voorbereiding op de vierde editie kostte Singerling bijna een half jaar. Speciaal voor dit evenement stelde hij Johan Rietveld als manager aan. Hij zit elke keer vijf maanden op Curaçao om alle zaken te regelen. ,,Wat je hier in vijf maanden doet, doe je in Nederland in drie maanden,’’ stelt Singerling. ,,Het tempo ligt lager en mensen hebben meer tijd nodig om beslissingen te nemen. Maar vergeet niet dat de zon hier heel de dag boven je hoofd brandt. Dat sloopt je.’’ Waar Project Support Curaçao, het bedrijf van Singerling dat het toernooi organiseert, één man in vaste dienst heeft, daar zijn in totaal honderdvijftig mensen in touw om alles in goede banen te leiden; van de beveiliging tot de catering, van de schoonmaak tot de chauffeur van de spelersbus, die met harde beats de ploegen naar het stadion brengt. ,,Ik werk met een budget van 125.000 euro. Ik huur lokale mensen in, omdat die er ook iets aan moeten verdienen. Dat is goed voor de economie van het eiland. Van de goodwill die we daarmee kweken, profiteert mijn andere bedrijf, MultiPost, op zijn beurt weer.’’ Naast het Antilliaanse bedrijfsleven, wil Singerling ook de sport op het eiland een boost geven. Waar in de vorige edities het nationale team van de Antillen meespeelde, daar deed dit keer de nationale kampioen mee, zodat de lokale voetballers kennis kunnen maken met een andere speelstijl en hun krachten kunnen meten met spelers van het niveau van FC Dordrecht en FC Utrecht. Verder is er een clinic voor de jeugd. De armste kinderen krijgen één dag de mogelijkheid even te ontsnappen aan hun dagelijkse ellende en mogen een balletje trappen met de spelers van FC Utrecht. Na afloop krijgen ze allemaal een sporttas mee, gevuld met een drinkbeker, een jojo en ander speelgoed. Bovendien mogen ze het tenue, waarin ze gespeeld hebben, houden. Op de finaledag betreden alle voetballers het veld, hand in hand met een mascotte. Ook deze kinderen komen uit de sociaal zwakkere gezinnen. Samen met hun ouder(s) worden ze één dag in de watten gelegd. Als het aan Singerling ligt, blijft het hier niet bij. Voor volgend jaar heeft hij al weer nieuwe plannen. Nog grotere: ,,In 2008 viert het toernooi zijn eerste lustrum. Ik ben in gesprek met de Arubaanse televisie om ook daar een avond te gaan spelen. Dan breiden we het toernooi uit naar drie dagen: de opening op Curaçao, een midweekse wedstrijd op Aruba en de finale weer op Curaçao.’’
|
|