Saai zal het dit seizoen niet snel worden
aan de Krommedijk. Met Gert Kruys heeft FC Dordrecht een man in huis
gehaald die als coach, zoals hij zelf zegt, hoge toppen en diepe dalen
meemaakte. Bovendien predikt de 45-jarige Utrechter flair en aanvallend,
initiatiefrijk voetbal. De start was alvast veelbelovend.
De
aanhouder wint. FC Dordrecht probeerde een paar jaar geleden Gert Kruys
aan te trekken als nieuwe coach. Toen lukte het Dordrecht niet om de
Utrechter te strikken, maar deze zomer zette Kruys zijn handtekening
onder een tweejarig contract, met nog een optie voor een derde jaar.
,,De eerste keer dat ik met Dordrecht sprak, had ik al een goed gevoel
over de club,’’ opent Kruys zijn verhaal in het spelershome
van de Krommedijkclub. ,,Toen heb ik een andere keuze gemaakt. Dordrecht
is deze zomer opnieuw bij mij gekomen. Daaruit bleek wel dat de club
mij heel graag wilde hebben en die indruk werd bevestigd in de gesprekken.
Ik zou eigenlijk samen met Foppe de Haan het nationale team van Indonesië
een half jaar onder mijn hoede gaan nemen. Indonesië verblijft
een half jaar in Nederland. Dat zag ik vooral zitten vanwege Foppe.
Maar toen diende Dordrecht zich aan en dat zag ik nog meer zitten. Het
is een langere periode, van minimaal twee jaar, waarin ik de kans krijg
om een ploeg te kneden. En je hebt iedere week de spanning van een wedstrijd,
waar je naar toe werkt. Ik heb het Foppe uitgelegd en hij deed er niet
moeilijk over.’’
De voormalige profvoetballer van FC Utrecht en (kort) RKC Waalwijk is
blij met zijn nieuwe club. ,,Vanaf dag één loop ik hier
met een ‘big smile’ rond. Ik kan heel goed samenwerken met
de staf en met de spelers. Het is mooi dat ik met een monument als Hans
Eijkenbroek mag werken. Hij was een fantastische speler en heeft ook
veel ervaring als trainer. Van ‘De Eijk’ leer ik veel. Zijn
kracht is dat hij goed kan relativeren, zaken op de juiste waarde kan
schatten.’’
Als trainer heeft Kruys de nodige ervaring. Hij zette noodgedwongen
vroegtijdig een punt achter zijn actieve carrière, waardoor hij
al op relatief jonge leeftijd aan de slag ging als coach. ,,Ik scheurde
mijn enkelbanden af. Toen heb ik wel alles aan gedaan om terug te keren,
maar tijdens het revalideren scheurde ik mijn kniebanden. Ik kon niet
meer twee keer per dag trainen. Dat was het einde van carrière,
in 1988. Dan val je in een gat. Ik heb mezelf afgevraagd: wat moet ik
nu gaan doen? Een carrière als trainer lag voor de hand. Toen
ik 21 was, gaf ik al clinics aan de jeugd, samen met Jaap Bloem, Gerrie
Mühren (beiden ex-DS’79) en Bobby Haarms. Daar had ik veel
plezier in. Nadat ik was gestopt in 1988, ben ik mijn diploma’s
gaan halen. Ik kon aan de slag in Utrecht bij Holland (hoofdklasse zondag,
red) en met Holland werd ik in 1995 kampioen van Nederland. Toen dacht
ik: ik ben echt goed. Via de amateurs van AGOVV ben ik in het betaalde
voetbal terechtgekomen, bij Cambuur Leeuwarden. Cambuur promoveerde
nadat ik had getekend via de nacompetitie, waardoor ik debuteerde in
het betaalde voetbal in de eredivisie. Dat zal ik nooit vergeten. Eerste
wedstrijd en dan meteen PSV thuis met Bobby Robson bij hun op de bank.
Het werd 1-1. Ik vond het een fantastische ervaring bij Cambuur, iedere
veertien dagen zat het vol.’’
Uiteindelijk
zou Kruys van 1998 tot 2002 in Leeuwarden de scepter zwaaien, waarvan
twee seizoenen in de eredivisie. In 2002 vertrok Kruys naar FC Den Bosch,
waarmee hij in het tweede jaar kampioen werd. In Den Bosch stopte hij
op zijn hoogtepunt, zou je kunnen zeggen, want nadat hij in Brabant
in 2004 de titel had gevierd, vertrok hij naar De Graafschap. Een opvallende
verhuizing, want hij verruilde een kersverse eredivisieclub voor een
eerste divisieclub. Tenminste, zo leek het. ,,Dat dacht ik ook toen
ik tekende, maar De Graafschap promoveerde als nummer negen van de eerste
divisie via de nacompetitie. Dus kon ik toch in de eredivisie aan de
slag. Maar De Graafschap was niet rijp voor de eredivisie. We degradeerden
en ik ben toen wel aan het nieuwe seizoen begonnen, maar ik kreeg de
club niet op de rails. Toen heb ik mijn conclusies getrokken en ben
ik in oktober opgestapt. Ja, dat zag ik wel als een persoonlijk nederlaag.’’
Kampioen met Holland en FC Den Bosch, gedegradeerd met Cambuur en De
Graafschap: kleurloos valt de loopbaan van Kruys niet te noemen. ,,Mijn
carrière kenmerkt zich door hoge toppen en diepe dalen. Of dat
bij mijn karakter past? Ik ben wel een stabiel persoon. Bij de ene club
lukt het, bij de andere niet. Veel mensen zeiden: jij bent een trainer
die past bij De Graafschap. Toch lukte het niet. Waarom niet? Als ik
dat wist… Je kan op een goed en op een slecht moment ergens binnen
komen. De Graafschap was toen een onrustige club. Het was hectisch.
Dat had ook zijn charme. Het voetbalt leeft er enorm. De Graafschap
heeft het mooiste stadion en de meeste toeschouwers in de eerste divisie.
Hier in Dordrecht is het minder hectisch. Er komt ook minder publiek,
maar de mensen die komen zijn fanatiek.’’
Tussen het einde van zijn Doetinchemse en het begin van Dordtse periode
zat Kruys niet stil. ,,Eerst heb ik afstand genomen om alles te verwerken.
Toen mijn kop leeg was, heb ik stage gelopen bij AZ. Dat was op eigen
initiatief. Het leek mij een mooie ervaring om bij een topclub in wording
een kijkje in de keuken te kunnen nemen en om Louis van Gaal mee te
maken. Ik heb eerder bij Barcelona rondgekeken toen Van Gaal daar coach
was. Hij is een topcoach. Bij AZ ben ik onder de indruk geraakt van
de manier waarop hij samenwerkt met zijn omgeving en van zijn organisatorische
kwaliteiten.’’
Zoals Van Gaal bij AZ aan de langere termijn denkt, wil Kruys bij FC
Dordrecht op zijn manier ook verder kijken dan de waan van de dag. ,,We
praten vaak over de toekomst. De ambitie is om iets neer te zetten.
De basis is er volgens mij. Een streven is om met veel lokale jongens
te spelen, meer dan nu het geval is. Dat vind ik een goede filosofie.
Ik wil ook jonge jongens inpassen. Dan praat je over de toekomst en
dat kost tijd. Een probleem is dat je tegenwoordig niet meer twee, drie
jaar een ploeg bij elkaar kan houden. Het verloop is groot. De tijd
zal het leren.’’
Wat de korte termijn betreft: Dordrecht beleeft een goede competitiestart,
ondanks de vele nieuwelingen. ,,Het kost tijd om een hecht team te smeden.
In de voorbereiding heb ik daarom meteen voor duidelijkheid gezorgd,
wat de speelwijze betreft. Die lijn was vorig jaar in de tweede helft
van het seizoen al ingezet en trekken we nu door. Met Marco Boogers
(technisch manager, red) zit ik op dezelfde golflengte. Hij was vroeger
aanvaller en houdt ook van aanvallend voetbal. Ik heb een bepaalde humor
en flair en dat valt goed bij deze groep. In mijn tijd als voetballer
bij Utrecht liepen er veel boefjes rond. Dat zag je terug in het veld.
Van zulke jongens heb je er een paar nodig. Tegenwoordig is dat minder,
ook bij Dordrecht, Maar de groep zit wel goed in elkaar, qua hiërarchie.
Spelers als Frank Kooiman, Cecilio Lopes, Reinhard Breinburg en Juanito
Sequira hebben een toegevoegde waarde met hun persoonlijkheid.’’
Zijn actieve carrière als prof ligt ver achter hem, maar Kruys
voetbalt nog wel. ,,In een zaalvoetbalteam. En ik trap met mijn zoon
Rick bij ons huis wel eens een balletje. Dat vind ik heel leuk om te
doen. Rick is gek van voetbal, net zoals ik. Het zit in de familie.
Mijn vader nam me als kind al mee naar DOS (voorloper FC Utrecht, red),
zoals ik Rick later meenam. Ik heb Rick altijd gestimuleerd om te voetballen,
maar niet overdreven. Ik heb een hekel aan ouders die hun kind gek maken
met hun fanatisme en zichzelf heel belangrijk vinden. Dat deed mijn
vader nooit. De familie Kruys is wars van kapsones.’’
Bron: De stem van Dordt
Tekst: Hans Boender