FC DORDRECHT
KIEST DE AANVAL
Een nieuw seizoen, tien nieuwe spelers en een nieuw trainersduo
(Jurrie Koolhof/Harry van der Laan) moet komend seizoen leiden tot nieuw
succes aan de Krommedijk. Maar waartoe is FC Dordrecht precies in staat?
Trainer Jurrie Koolhof geeft antwoord.
 “We
kunnen de playoffs halen, met aanvallend voetbal.” FC Dordrechts
nieuwe trainer Jurrie Koolhof laat voorzichtig de woorden vallen waar
veel supporters naar smachten: playoffs en aanvallend voetbal. Succes
en genieten aan de Krommedijk. Na het vorige jaar waarin het net niet
lukte om er tot het allerlaatst bij te zijn, smachten de Schapenkoppen
dit seizoen naar succes. En als het even kan gepaard met aanvallend voetbal.
Met acties om je vingers bij af te likken: flitsende buitenspelers met
kalk aan hun schoenen, mooie, strakke passes en doelpunten om van te smullen.
Koolhof, zelf als speler een man die bekend stond om zijn neusje voor
de goal, wil het graag brengen, zij het gedoceerd. “We willen mooi
voetballen, maar het gaat uiteindelijk wel om het resultaat. Dit elftal
kan de playoffs halen. Er staat een goed team, een goede basis. De vraag
is altijd alleen hoe goed je wissels zijn en hoe snel je de jeugd moet
brengen. Heb je daar de tijd voor, of moeten die jongens gedwongen door
blessures eerder aan de slag? Daar komt bij dat een periode nu maar zes
wedstrijden beslaat. Er zullen nu meer teams meedoen om een periodetitel
dan het geval was toen er over acht wedstrijden werd gestreden. Maar als
wij ons niveau halen dat we kunnen en moeten halen, doen we zeker mee.”
Dat meedoen moet wat Koolhof betreft niet alleen gepaard gaan met resultaten,
maar ook met attractief voetbal. De oud-speler van PSV, Vitesse, FC Groningen,
De Graafschap en Veendam heeft een hekel aan puur resultaatvoetbal. Tijdens
de voorbereiding was hij dan ook geregeld langs de lijn te vinden om zijn
spelers te corrigeren als ze weer eens voor een oplossing achteruit kozen
in plaats van vooruit. “Ik wil niet dat mijn spelers alleen maar
terugspelen, waardoor de keeper steeds de lange bal moet spelen. Ik wil
domineren, de tegenstander onze wil opleggen. Daar hebben we het elftal
ook voor.”
Om dominant te spelen, dokterde Koolhof een systeem uit met een verdedigend
en een aanvallend blok van vijf spelers. “Ik heb in mijn vakantie
nagedacht over de spelers die ik tot mijn beschikking heb en het systeem
dat zij het beste kunnen spelen. Met Moussa Kalisse, Manu Dagher en Rui
Monteiro heb ik jongens aan de zijkant met een actie in huis, met daarachter
de tweeling Van Baarlen die eraan komt. Nick van der Velden, Rosco Cyrus
en Arjan van der Laan zijn spelers die achter de spits uit de voeten kunnen.
In Cecillio Lopes heb ik een fantastische, technische en superbalvaste
spits en John Nieuwenburg, Ekrem Kahya, Gerard de Nooijer en Remco Heerkens
zijn controlerende spelers. Achterin hebben we veel snelheid met Mark
Bevaart, John den Dunnen, Bart van Muyen en Ruud Kras en hebben we een
betrouwbare en meevoetballende doelman in Johan van der Werff, die weer
helemaal fit is. Als je dan alles bij elkaar optelt, kom je op dit systeem.
Het vergt veel van de spelers: voetbalintelligentie, oog voor lopende
mensen en oog voor de bal, maar ik denk dat we dat in huis hebben. Het
systeem is zowel voor mij als voor de spelersgroep nieuw. In het begin
hadden de spelers wat vraagtekens, maar ze hebben het snel opgepikt. Als
het goed uitgevoerd wordt, staat het in de omschakeling goed en hebben
we vaak een man meer op het middenveld, waardoor we kunnen domineren.
Monteiro, Kalisse en Dagher hebben daarbij de vrijheid om aan de buitenkanten
hun actie te maken, zolang er maar licht aan het einde van de tunnel is.
Het is niet de bedoeling dat er twee acties van de veertien lukken of
dat ze drie man uitspelen in de breedte. Iedere actie moet een doel hebben,
moet een overtalsituatie creëren.”
In de voorbereiding bewees het systeem van Koolhof zijn waarde al. FC
Dordrecht speelde gelijk tegen eredivisionist ADO Den Haag, leed tegen
NEC een nipte nederlaag en won van competitiegenoot FC Den Bosch. In al
die oefenduels domineerden de Schapenkoppen. Koolhof: “We hebben
een aantal leuke wedstrijden gehad en zijn vanuit onze taak en onze kracht
gaan voetballen. De blessures vielen mee en over de resultaten ben ik
tevreden. Spelers als Nick van der Velden en Manu Dagher hebben zich goed
ontwikkeld en de groep is naar elkaar toegegroeid. De basis ligt er, nu
moeten we doorgroeien.”
Dat door groeien moet de komende maanden gaan gebeuren, als het om het
‘echie’ gaat en de trainer de waarde van de voorbereiding
terugziet in de praktijk. Iets waar hij naar uitkijkt. ,,Als ik een poosje
onderweg ben met een groep, mag het van mij beginnen. Zenuwachtig? Nee.
De start van de competitie zorgt voor een bepaalde spanning, omdat je
ergens weken naartoe gewerkt hebt. Maar die spanning is iets anders dan
zenuwen. Zenuwen heb je als je je zorgen maakt, maar met dit elftal maak
ik me geen zorgen.”
|