NIEUWS

Trainer Piet de Visser heeft in zijn plannen jeugdkampen opgenomen voor DFC-ertjes, kortom er bruist weer enig bloed in de Dordtse aderen. En dat is nodig ook, want: ’’dit seizoen is mislukt’’, verklaart trainer De Visser openhartig. ‘’Er zijn natuurlijk excuses aan te voeren, dat zal ik ook doen, maar eerst wil ik gewoon en duidelijk stellen, dat het een triest voetbaljaar was. Het gevolg is, dat het publiek weg blijft, dat er heus minder geld in het laatje komt en dat de mogelijkheden om wat te doen steeds geringer worden. We gaan nu de zaken toch wel professioneler aanpakken. Dordrecht en omgeving, er wonen 200.000 mensen, daar moet toch betaald voetbal mogelijk zijn. Maar dan moet DFC er duidelijk uitspringen. De tweede helft van dit seizoen werd de concurrentie van het amateur voetbal steeds meer merkbaar. Denk er om, dat hier hele beste verenigingen zijn. Papendrecht, Emma, EBOH, Fluks. Ik zou graag een vorm van samenwerking mt die clubs zien. Een wisselwerking tussen de amateus en die ene semi-profclub kan toch heel erg nuttig zijn.
Piet de Visser, die zeven jaar lang praktijk opdeed als hulptrainer bij Sparta, daarna drie jaar DFC en drie jaar Telstar volbracht en nu teruggekeerd is op het Dordtse nest, wil een professioneler aanpak. Hij krijgt in het nieuwe seizoen de mogelijkheid om met verschillende spelers een middagje per week te trainen en hij is druk bezig de jeugdopleiding opnieuw op poten te zetten: ‘’Wij moeten het hebben van goeie amateurs, die nu nog bij andere clubs rondlopen en wij zullen het moeten hebben van onze jeugd. Onze spelerskern zal vergroot moeten worden. Dit seizoen draaiden wij zonder reserves. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden raakten wij vijf spelers kwijt, voordat de competitie begon: Piet Vrauwedeunt werd teruggehaald door Feijenoord, Joncic keerde nooit terug uit Joegoslavië, Simokovic vertrok naar Turkije, Ad Bakker moest verkocht worden aan NAC, Van Lathum zocht Elinkwijk weer op en een jeugdspeler, Ten Oever, zag meer heil in zijn oude amateurclub Papendrecht. Daar tegenover stond de komst van Kattestaart en van Bouwmeester.
De aderlating was dus niet gering. Toch draaiden we de eerste zeven wedstrijden prachtig mee aan de kop, maar toen kwamen de blessure’s en de ongelukken. Kattestaart kreeg een auto-ongeluk, Kemper worstelde lange tijd met een dikke knie, om maar een paar voorbeelden te geven. Toen werd gewroken, dat onze spelerskern te klein is. Er waren geen vervangers, die mee konden in de top van de eerste divisie. Er was veel goeie wil, maar ja, de klasse ontbreekt nu eenmaal, daar is niets aan de doen.’’
Piet de Visser neemt aan, dat het volgend seizoen beter zal worden: ‘’Als ik de weg omhoog niet meer zou zien, nam ik een andere baan. DFC is een bolwerk, een club met aanzien, ik heb er alle vertrouwen in. Het bestuur heeft vertrouwen in mij. Er wordt uitstekend samengewerkt. Het doel is verder om onze huidige talenten vast te houden. Naast het aantrekken van goeie amateurs, het opleiden van jeugdspelers, en misschien de aankoop van 1 of 2 nieuwe spelers is het behoud van wat je hebt uiterst belangrijk.’’
In dit verband acht trainer De Visser, en met hem het DFC bestuur, het uitermate belangrijk hoe DFC op de transfermarkt verschijnt: ‘’Voetbal is één zaak, maar de clubs handelen veelal als eenmanszaakjes. Waarom is der niet méér voor-overleg, zodat de cubs elkaars zwakke plaatsen kunnen aanvullen met materiaal wat de een misschien over heeft of wat de om andere redenen niet aan de bak komt. Het is toch van het grootste belang, dat alle clubs goed spel op de mat leggen, Ook in uitwedstrijden.

Artikel uit 1969. Bij DFC, de voorloper van FC Dordrecht, speelde destijds o.a. Jan de Jong (huidige keeperstrainer) en Gerard Bouwer (nu KNVB).